donderdag 7 november 2013

Het Amsterdams Kwaliteitsbureau. Sturing en autonomie.

Ik heb hier ooit eens geschreven over een leerling die bij een invuloefening in het spellingschrift nooit koos uit de woorden die gegeven waren om uit te kiezen. Ik had hem er al eens op gewezen en het begon ernaar uit te zien dat hij daar bewust voor koos, uit eigenzinnigheid, en uit verzet tegen de knellende kaders van de invuloefening.

Als er iets is waar ik belang aan hecht om kinderen bij te brengen in mijn klas, dan is het onafhankelijkheid. Om onafhankelijk te zijn straks, als je groot bent, moet je zelf kunnen lezen en schrijven en rekenen, maar ook zelf kunnen nadenken en je eigen oordeel vormen. Daar kun je al heel vroeg mee beginnen. En zeker als een kind zelf laat zien al over een aardig onafhankelijke geest te beschikken, dan koester ik dat. Dan beschut ik dat jonge scheutje tegen de snoeischaar van het conformisme.

Ik heb met deze jongen afgesproken dat hij zelf woorden mag bedenken die in de zinnen passen, onder één voorwaarde: ze moeten niet alleen qua betekenis kloppen, maar ook behoren tot de spellingscategorie die in de les aan bod is. Dat zijn de kaders, daarbinnen is hij vrij om te doen wat hem goeddunkt.

Er is een parallel met de kwaliteitsaanpak van de Stichting Beter Primair Onderwijs die is opgericht en de komende vier jaar alle Amsterdamse scholen gaat bezoeken en beoordelen. In het Praktijkboek Goed Onderwijs waar de Stichting mee gaat werken, staat duidelijk aangegeven welke manier van werken als de juiste wordt gezien: Opbrengstgericht Werken. Voor Handelingsgericht Werken is geen ruimte, en al helemaal niet voor Ontwikkelingsgericht Werken. Opbrengstgericht Werken is voor de Stichting BPO klaarblijkelijk het enige juiste antwoord.

De vraag is wat de beoordelaars van de Stichting BPO straks gaan doen. Gaan ze ons dwingen ons te conformeren aan de ideologie van het Opbrengstgericht Werken, of krijgen we als schoolteams de vrijheid om zelf te bepalen langs welke weg we onze doelen het beste menen te kunnen behalen?

Als je leraren wil die zelf verantwoordelijkheid dragen en zelf nadenken over wat ze willen bereiken met hun onderwijs en wat daar voor nodig is, dan moet je ze niet dwingen zich te conformeren aan een van buitenaf opgelegde opvatting van goed onderwijs. Als scholen alleen als voldoende worden beoordeeld als ze precies doen wat de Stichting BPO voorschrijft, dan schep je dociele, futloze schapen die het opgeven om nog ooit zelf verantwoordelijkheid te dragen. De onafhankelijke geesten die je zou moeten koesteren, haken af.

En als je dan die futloze schapen over hebt, dan gaan die je kinderen lesgeven. En wat leven ze de kinderen voor? Doe wat je gevraagd wordt, een eigen inbreng of kritische vragen worden niet gewaardeerd. Zorg dat je weet wat de juf wil horen en beperk je tot het gewenste antwoord, dan komt alles goed.

Zulke kinderen worden geknakt door het systeem en zijn niet gelukkig - dat is voor mij een grote zorg. Maar ook als je politicus bent en het je om de economie begonnen is, is het buitengewoon onverstandig om zo'n onderwijsklimaat te scheppen. Want aan makke schapen heeft de economie hoegenaamd niets.

Onafhankelijke geesten hebben we nodig.
Onafhankelijk denkende leraren die onafhankelijk denkende kinderen opleiden tot volwassenheid. Want alleen onafhankelijke geesten kunnen werkelijk vruchtbare verbanden met elkaar aangaan en de wereld verder brengen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten