donderdag 4 november 2010

Oost-Indisch doof

Dialoog en interventiekunde. Ik koos ervoor 'ja' te horen terwijl de ander 'nee' zei (zie "De waarde van weerstand", elders in dit blog).

Toen ik er met vriendin E. over sprak had ze het in één keer scherp. Ik vertelde hoe de oefening was begonnen met de formulering van een werkvraag. De mijne was: "Hoe neem ik anderen mee in mijn gedrevenheid?" We gingen in drietallen uiteen. Eén deelnemer zou mij bevragen over mijn werkvraag en de andere zou noteren welke aannames hij bespeurde in wat ik zei. Daarna zouden we van rollen wisselen zodat ieders werkvraag aan de beurt kwam.

We gingen zitten en ik begon: "Zal ik wat meer vertellen over de context van mijn vraag?" Mijn bevrager zei "Nee." Ze zei alleen dat ene woordje, ze zei het zacht, zonder toelichting, het was een heel klein woordje, maar het had geklonken en ik had het gehoord.

Toch gebeurde er iets in de seconden daarna dat mij deed besluiten dat 'nee' te negeren en voor 'ja' aan te zien, en ik begon te vertellen over de context van mijn vraag. Wat ik niet deed was vragen: "He, sorry, zei je nou nee? Waarom zeg je nee?"

Vriendin E. zegt: "Nou, zo te horen heb je meteen een antwoord op je vraag. Je negeert de signalen. Je wil ze ook niet zien als ze je niet te pas komen."

Tja, hoe neem ik anderen mee in mijn gedrevenheid? Door de signalen te zien, ze te willen zien, ook de mij onwelgevallige. Een variatie op "eerst begrijpen dan begrepen worden". Waarom begrijpt de ander mij niet? Omdat ik de moeite niet neem om de ander te begrijpen.

E. raakt feilloos en ogenblikkelijk de kern van wat hier aan de hand is, en tegelijkertijd laat ze elk mogelijk oordeel achterwege. Ik voel zelf wel even de schrik dat ik dat wat zij in één keer ziet, van mezelf niet doorhad, en ik vind het ook tamelijk beschamend wat ze daar blootlegt, maar bij haar is er geen spoor van triomf of ongemakkelijkheid. Zij heeft geen oordeel, zonder dat ik haar overigens onverschillig ben.

Iemand confronteren vermijd je vaak vooral ook om jezelf te ontzien. Het kost inspanning om te gaan met de ongemakkelijkheid die je bij de ander veroorzaakt. Het is een geschenk dat E. zich vrij voelt om me te confronteren. Dat ze die moeite - zij het schijnbaar moeiteloos - op zich neemt. Ik weet me gezien en aanvaard.

Wat zij zegt, dat hoor ik.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten